Wij leven in een maatschappij waar we aan relaties één belangrijk doel geven: zo lang mogelijk laten duren.
We blijven gehecht aan onze ouders tot ze dood gaan.
Het aantal mensen in mijn praktijk (en vast ook in je omgeving) die aan het wachten zijn tot hun ouders sterven om dit of dat te ondernemen.
Uitkomen voor je seksualiteit: als ons ma niet meer leeft.
Van job veranderen: dat overleeft ons vader nooit
Scheiden uit een ongelukkig huwelijk: dat kan ik mijn ouders niet aandoen. Als ze dood zijn dan …
Ook onze partnerrelaties zijn – om één of andere duistere reden – bedoelt om eeuwig te duren.
We spreken het uit bij onze trouwbelofte: Tot de dood ons scheidt ….
En het staat letterlijk in je huwelijkscontract: de enige manier om een huwelijk te ontbinden is doodgaan. Dan wordt je erfenis netjes geregeld (dat is wel vastgelegd) en kan je vertrekken zonder gezichtsverlies.
En natuurlijk als doodgaan de enige juiste manier is om uit een relatie te gaan, dan is scheiden falen.
Als de enige wettelijke manier om uit een relatie te kunnen gaan sterven is, dan is scheiden een falen. Want verkeerd.
Wat als scheiden niet het einde is van een relatie?
Wat als scheiden je relatie een andere vorm geven is.
Je ouders blijven je ouders maar stoppen met je opvoeder te zijn. En dus ook met je leven te bepalen.
Je creëert meer afstand om meer één te zijn met jezelf.
Wat als scheiden van je partner je relatie niet beëindigt (er is immers nog zoveel dat jullie samen moeten regelen voor de kinderen), maar je relatie een andere vorm en afstand krijgt.
Nog steeds evenveel respect maar geen seks meer.
Nog steeds evenveel warmte maar alleen samenwerken met een wel afgelijnd doel.
Scheiden doet natuurlijk pijn.
Het is geen gemakkelijk proces.
De eerste stap om het gemakkelijker te maken is erkennen dat er geen falen is.
Het is alleen een keuze om meer één te zijn met jezelf dan met de ander.